Onze zoon wil in een discussie steeds het laatste woord. Mijn man ook. Dat zorgt regelmatig voor hoogoplopende woordenwisselingen waarin ik scheidsrechter ben. Hoe breng ik terug rust en kalmte?
Voor allebei staat ‘het laatste woord hebben’ gelijk met ‘de strijd winnen’. En zo kom je inderdaad in een eindeloos heen-en-weer gesprek terecht. Papa vindt immers dat hij baas is en zich bijgevolg niet mag laten overtreffen door een snotneus. Maar ook je zoon heeft de behoefte om zijn standpunt door te duwen. Zo zijn jullie vertrokken voor een potje verbale pingpong.
Al gedacht om het uitgangspunt te veranderen? Het is namelijk niet zo dat diegene die het laatste woord heeft ook werkelijk wint. In een discussie met je kind gaat het meestal over een afspraak die je met hen wil maken, een opdracht die ze moeten uitvoeren of een bepaald gedrag dat je niet meer of juist wel wil zien. Het doel is dus niet de discussie winnen maar wel het gewenste gedrag bij je kind uitlokken.
Dit doe je zo:
1. ZEG ALLBEI DUIDELIJK WAT JE WIL OF DENKT
Probeer kort en duidelijk je mening en verwachtingen te verwoorden. Geef je kind vervolgens de kans om hierop te reageren en bied hem –indien mogelijk- de kans om vragen te stellen en/of alternatieven voor te stellen.
Bepaal vooraf de discussieruimte. Ligt het standpunt vast en discussiëren jullie dus niet OF jullie maar enkel over HOE jullie het gaan doen. Door je kind ook een stem in de discussie te geven, neem je hem au serieux, toon je interesse én betrek je het bij de uitvoering. Zo voelt het zich erkend. En dit kan al op jonge leeftijd.
2. JULLIE ZIJN MEDESTANDERS, GEEN TEGENSTANDERS
Ook al lijkt soms van niet, maar ouders en kinderen zijn geen vijanden. Integendeel: ze willen liefst van al op een fijne manier samenleven. Hou als ‘scheidsrechter’ je tussenkomsten dus positief. Motiveer ook je zoon te om positieve argumenten aan te brengen en haalbare voorstellen te doen. Die hebben immers meer kans om gehoord en aanvaard te worden. Samen sterk!
3. STOP and GO
Wanneer de discussie toch blijft duren, herhaal dan kordaat je verwachtingen, vat de verschillende opties samen en zeg tegen je kind: jij kiest! Vervolgens ga je weg en rond je zo het gesprek af.
Als je zoon na afloop nog verder blijft argumenteren, reageer je niet meer. Je boodschap is gebracht, en het gesprek is afgesloten. Laat je niet verleiden om nog opnieuw te reageren, ook niet als je zoon –in een ultieme poging om de aandacht te trekken- wel erg persoonlijke argumenten aanhaalt.
Succes!
P.S. Wist je dat ’toegeven’ niet erg is? Het is belangrijk dat jongeren leren dat ze met goede argumenten en een gepaste houding toch het laken naar zich toe kunnen trekken. Zo leg je de basis van een gezonde assertiviteit!