IK WIL NIET NAAR SCHOOL

De kop is eraf, het schooljaar is opnieuw gestart.  Ondanks alle pogingen van de ouders en de school om er een vrolijke start van te maken, wil het toch niet bij elke kleuter of leerling lukken.  Sommige kinderen hebben bij ‘school’ veel minder fraaie gedachten. Deze doetjes liggen ’s avonds uren wakker, voelen buik- en andere pijntjes en . Nog anderen willen er niks over horen, en verbannen alle gedachten aan en gesprekken over schoolse kwesties. De oorsprong van deze ‘ik wil niet naar school’-houding is tweeërlei: motivatie-issues of angst. In deze post gaan we hier dieper op in.

Motivatie 

Sommige ukjes houden gewoon niet van school. Ze hebben ‘geen zin’, zijn allergisch aan discipline en tucht, en ervaren werken en leren eerder als een straf. Hoewel exploren en leren in principe een natuurlijke ontwikkelingskwestie is, voelen ze weinig motivatie of zin om bij te leren of vaardigheden te verwerven. De voldoening van iets te kunnen lijkt hen vreemd te zijn. De dikke duim of knipoog van de juf lokt eerder ergernis dan trots uit. En huiswerk is een hel.Een motivatieprobleem is vervelend en vormt een ware beproeving voor het geduld en de stressbestendigheid van mama-lief.

Uit onderzoek naar de werkzame factoren in motivatie hebben we geleerd dat motivatie aanwezig is wanneer aan 3 voorwaarden is voldaan.

1. Je bent overtuigd dat je de opdracht of taak aankan, dat ze noch te moeilijk, noch te gemakkelijk is, dat ze dus een uitdaging vormt. Dit geldt zowel voor het naar school gaan zelf, als voor de taken die je op school krijgt. Sommige kinderen ervaren school als saai (te weinig uitdagend) of lastig (uit hun comfortzone bij mama of oma thuis). Onder het motto: ‘proberen werkt’ kan je je kind stimuleren en uitnodigen om nieuwe taken toch aan te pakken.

2. Je hebt de taak/opdracht zelf kunnen kiezen en dit geeft controle. Kleuters hebben meermaals per dag de kans om zelf hun spel -of hoek- te kiezen. Hoewel ze vaak voor hetzelfde spelaanbod gaan, is het feit dat er kan gekozen worden, al een sterke motivator. In de lagere school zijn de keuzemogelijkheden voor de leerlingen eerder beperkt. Je kind inspraak geven in de planning van taken en lessen, geeft alleszins al een gevoel van autonomie. Vanaf het middelbaar kan een scholier wel zelf keuzes maken: welke richting er wordt gevolgd, in welke vakken men zich gaat verdiepen, enz.. Luister hierin naar de argumenten van je kind, erken zijn voorkeuren en tracht hierin rekening te houden bij de uiteindelijke beslissing

3. Je voelt je ondersteund door je omgeving. Niets zo ingrijpend als een gebrek aan betrokkenheid, geloof en vertrouwen van je ouders. Als mama straalt, dan volgt het kind! Sommige ouders proberen hun kind net te stretchen door een gebrek aan vertrouwen te veinzen. Dit werkt niet. Wees authentiek en positief!

 

Pipi leert ons dat je pas kan weten of je iets kan als je het eerst geprobeerd hebt

Wat aan de buitenkant lijkt op een gebrek aan motivatie, kan diep vanbinnen toch eerder verwijzen naar angst en onzekerheid. Sommige leerlingen zijn zo bang om foutjes te maken, dat ze er gewoonweg niet aan beginnen. Een confrontatie met een mogelijk falen wordt kost wat kost vermeden. Over deze ‘Ik wil niet naar school’- kinderen hebben we het in onze volgende post.



Nog meer opvoedinspiratie in je mailbox?

Ik vind het geweldig wanneer ik ouders kan inspireren. Je mag van mij boeiende inzichten en bruikbaar advies verwachten wanneer je je inschrijft voor mijn nieuwsbrief.