Misschien begin jij vanaf vandaag terug te werken. Ben je blij dat je je kot uit mag? Sommigen krijgen instant zuurstof bij de gedachte dat ze even hun verplichte leef-, werk-, slaap-, studeer- en speelplek van de voorbije 50 dagen mogen ruilen voor een steriele kantoor- of fabrieksruimte. Ook al is het om te gaan werken, dat βback to normalβ voelt vertrouwd en dus veilig aan.
Anderen voelen net angst en onveiligheid, en zijn opgelucht dat hun sector of hun werkgever het nog even bij telewerk houdt. Voor hen is het nergens beter dan thuis. Nergens veiliger ook.
Het begrip βveiligheidβ kreeg de voorbije weken verschillende lagen aan betekenissen: voor de ene gaat het om zijn fysiek welzijn, om besmetting voorkomen en jezelf en anderen beschermen. Voor anderen gaat het letterlijk om een safe place, om personal space, een plek waar je tot jezelf kan komen, waar je je even kan terugtrekken uit de overkill aan nieuws, de continue stroom aan prikkels, de voortdurende aanwezigheid van anderen in je buurt.
Ook kinderen leven momenteel met een notie van veiligheid. Wat heeft jouw kind nog om zich veilig te voelen?
* Misschien heeft die vooral jouw nabijheid nodig: draait die als een kuikentje rond je kont? Komt die tanken in de zetel? Of wil die een knuffel elke keer als jullie mekaar kruisen? Dan is knuffelen veiligheid. En dat is ok.
* Of eerder een safe place: trekt je kind of tiener zich de laatste weken vaak terug op diens kamer? Heeft die daar een βstudioβ gemaakt waar die nu studeert, ontspant, slaapt -en als je even niet opmerkzaam bent- ook eet? Of lijkt die cosy corner nu op een echt nestje? Dan heeft die nood aan eigen plek, privacy, afstand, een persoonlijke bubbel. Dat is ok.
* Of eerder informatie, nieuws en cijfers: Wil je kind weten of de minister nog iets beslist heeft? Hoeveel mensen in het ziekenhuis liggen? Of hoeveel dagen die nog moet slapen alvorens die terug naar school kan? Dan geeft kennis en voorspelbaarheid een gevoel van veiligheid. En ook dat is ok.